Zoals vele lezers van mijn site en blogs wel weten, ben ik een enorme fan van wijnen uit de Beaujolais crus, en dan zeker van de Morgon van Lapierre. Lees het verhaal maar eens op de Wijnvriend site en je bent verkocht. Hier valt te lezen dat Marcel Lapierre met zijn natuurwijn (vin naturel) de grondlegger van een hele nieuwe stroming werd, en daar is niets te veel mee gezegd. Steeds meer mensen hebben genoeg van platgesproten wijnakkers en vinden het een prettig idee als bewust met de grond wordt omgegaan waar de wijnen op verbouwd worden. Lees ook het artikel van Esmee Langereis over natuurwijnen uit de NRC van vandaag, waarin Lapierre uitgebreid aan bod komt, maar ook aandacht wordt besteed aan de kwaliteit van natuurwijnen; als ze slecht zijn, zijn ze uitgesproken vies, maar goede exemplaren zijn goddelijk!

Een aantal maanden geleden kwam ik er via Wouter Moll, een oud WSET3-studiegenoot en vriend van mij, achter dat er twee versies van Lapierre’s Morgon bestaan. Ik had een Morgon bij Vleck gekocht en daar blij over bericht op Instagram, en Wouter vroeg meteen of het een N of een S was. Uhhh. Dit blijkt dus achterop de fles te staan. In mijn geval bleek het om een N te gaan, wat staat voor Non Sulfiet (niet zo gek voor een Vleck wijn). Logischerwijs staat de S voor Sulfiet (wat in het geval van Lapierre trouwens een minieme hoeveelheid betekent).

Ik heb al meerdere malen een Morgon van Lapierre gedronken, en het is mij opgevallen dat de wijnen behoorlijk van smaak kunnen verschillen. Dit kan uiteraard met de verschillende jaargangen te maken hebben, maar wat gebeurt er nu als we de N en S uit hetzelfde jaar blind naast elkaar proeven? Dat is dus precies wat Wouter, mijn vrouw en ik hebben gedaan met de jaargang 2019, vergezeld van een bijpassende boeuf bourguignon met gekookte aardappelen en sperziebonen.

Ik had de wijnen iets te lang in de koelkast laten staan, waardoor ze in het begin nog iets te koud waren. Eén van de exemplaren was duidelijk aromatischer, dus wij gingen er alle drie van uit dat dit de N moest zijn. Bij de onthulling bleek het echter om de S te gaan! Maar toen gebeurde het: naarmate de wijnen wat warmer werden, begon de N te leven. De sappige aroma’s spoten eruit, en de wijn bleek uiteindelijk vol energie en leven te zitten. De S bleef ongeveer van hetzelfde niveau, ongeacht de temperatuur van de wijn. Beiden superlekker, zoals ik van Lapierre gewend ben, maar de N is op dit moment overduidelijk de beste van de twee. Ben wel benieuwd of dit zo blijft naarmate de wijnen ouder worden, dus het zou mij niet verbazen als we deze vergelijking nog een keer herhalen met wat oudere exemplaren!

Wil je trouwens nog veel meer te weten komen over de Beaujolais, geef je dan op voor de online workshop die Wouter vrijdag 26 februari a.s. geeft over dit dynamische wijngebied. Meer informatie hierover kun je vinden op zijn site.

De N en S van Lapierre